Alle sterrenstelsels in het heelal zijn gecreëerd door erupties vanuit de kern. Dit inzicht is onderdeel van het nieuwe heelal-model van Wil van de Vorst. Hij licht toe: ‘Een klein, zwaar object in de ruimte stoot aan twee zijden erupties uit. Aan de ene zijde materie (minus) en aan de andere zijde antimaterie (plus). Deze erupties slaan als spiraalarmen of ellipsen neer op een accretie-veld. Zo ontstaat een sterrenstelsel.
Tot nu toe werd aangenomen dat een sterrenstelsel sterren ‘opveegt’ die rond een kern gaan draaien. Vervolgens creëert het jets die gevoed worden door materie rond de kern. Dat is in het VandeVorst-model niet het geval. Het gebeurt juist andersom: sterrenstelsels worden gecreëerd door erupties vanuit een kern. En dat gebeurde in het prille begin van het heelal.
Materie- en antimaterie-erupties slaan door elektromagnetisme neer op de accretieschijf. In het centrum vindt de meeste annihilatie plaats (zie ook onderstaande foto gammastraling Melkweg). Aan de buitenzijde, in de spiraalarmen, vindt stervorming plaats.
Mindgame materie/antimaterie opgelost
Uit onderzoek blijkt dat er nauwelijks antimaterie bestaat in het heelal. Toch is er wel degelijk evenveel antimaterie als materie. Dat is met het heelal-model van Van de Vorst eenvoudig te verklaren.
De aarde bevindt zich in de Orionarm van de Melkweg. Deze arm is door een eruptie aan de materiezijde (materie-jet) ontstaan. Onderzoekers op aarde vinden in dit deel van het heelal dus alleen maar materie. Vanuit ons perspectief lijkt het net of antimaterie niet bestaat. Daarnaast is het onmogelijk om met onderzoek van ver weg gelegen sterrenstelsels materie van antimaterie te onderscheiden, want dat ziet er precies hetzelfde uit. Omdat de kern altijd gelijktijdig een materie-eruptie en een antimaterie-eruptie heeft is er dus evenveel materie als antimaterie in het heelal. Mysterie opgelost.
Annihilatie en stervorming
Een sterrenstelsel wordt geboren vanuit een EMSEO (Electromagnetic Spinning Energy Object). Dat is de nieuwe naam die Van de Vorst heeft bedacht voor de kern van een sterrenstelsel. Aan de minus-zijde stoot dit object materie uit en aan de plus-zijde antimaterie. Het zijn erupties van zeer zwaar geladen gas.
Door elektromagnetische aantrekkingskracht vinden materie met een negatieve lading en antimaterie met een positieve lading elkaar in de accretieschijf. Of beter gezegd, ze vormen de accretieschijf. Hier vindt vervolgens annihilatie en stervorming plaats. Het resultaat: een sterrenstelsel met in het midden een EMSEO.
Een sterrenstelsel is dus een elektromagnetische constructie. Het is als het ware een foto van erupties uit een EMSEO, lang geleden. Een soort disk, in elliptische vorm of met spiraalarmen. Dat is ook de reden waarom sterren in de buitenring zo’n hoge snelheid hebben: het geheel draait als een disk. Er is geen donkere materie nodig om een sterrenstelsel te laten functioneren zoals het functioneert. Hier werkt elektromagnetisme boven zwaartekracht.
Hoe ontstaan EMSEO’s?
Het heelal begon zo’n 13,8 miljard jaar geleden met een enorm heet punt met een bijna oneindig grote dichtheid. De ‘oerknal’ start en in korte tijd ontstaan vele miljarden EMSEO’s, enorm heet en met een enorm grote dichtheid. De EMSEO’s groeien en worden elektromagnetisch geladen tijdens een soort centrifugeproces: ze krijgen een plus- en een minuspool. Na inflatie krijgen de EMSEO’s de vrije ruimte en worden actief.
EMSEO’s zijn materie/antimaterie machines
EMSEO’s zijn materie/antimaterie machines: van energie maken ze materie en antimaterie. Als erupties worden materie en antimaterie uit het superzware EMSEO gespoten. Het moment van materie/antimaterievorming in de kern is het ontstekingsmoment van een EMSEO. Het leidt tot de meest krachtige erupties die we kennen in het heelal. Een Big Bang per sterrenstelsel.
Het Andromedastelsel staat dicht bij het Melkwegstelsel en is dus goed vastgelegd. Op de infraroodfoto is duidelijk te zien wat er is gebeurd in het vroege heelal. De ringen zijn een neerslag van erupties die hebben plaatsgevonden vanuit het EMSEO in het centrum. Elke eruptie vormt een lang lichtgevend koord dat cirkelend om de kern wordt neergelegd. Als je het eenmaal doorhebt ga je het zien. Het zijn duidelijk geen ringen die een strakke ellips, cirkel of vortex vormen als gevolg van zwaartekracht. Hier liggen de ringen gefixeerd op een elektromagnetisch veld.
Sterrenstelsels en hun uiteenlopende vormen
Materie en antimaterie worden door spinnende erupties uitgestoten. Door de manier waarop ze cirkelend neerslaan op de accretieschijf ontstaan de bekende patronen van sterrenstelsels. Afhankelijk van hoe de uitstoot verloopt en met welke kracht en schokken dat gepaard gaat ontstaat een elliptisch sterrenstelsel of een spiraalstelsel met sterrenarmen.
Balkspiraalstelsels ontstaan waarschijnlijk als de spuitmond een wat bredere hoek geeft aan de jets of als de jets niet helemaal loodrecht op de accretieschijf staan. Ovale sterrenstelsels die er soms ook nevelig uitzien hebben een kleinere eruptie gehad waarbij alle materie en antimaterie geheel op elkaar is komen te liggen. Het lichtgevende, mistige beeld ontstaat door de afterglow na de annihilatie.
Alle vormen sterrenstelsels die tot nu toe zijn vastgelegd, kunnen gemaakt worden met dit procedé, ook ringstelsels. Onregelmatige stelsels ontstaan wellicht door botsingen of omdat de uitstoot van materie en antimaterie ten opzichte van elkaar onregelmatig verloopt. Omdat er dicht rond en naast een EMSEO het meeste gas neerslaat is een sterrenstelsel daar vaak dikker en geeft dat het meeste licht.
Sterrenstelsels met 1 of 3 armen bestaan niet. Wel met 0, 2 of 4 armen. Dit komt omdat erupties altijd per 2 tegelijk plaatsvinden: aan de plus- en aan de minuszijde. Vallen de erupties helemaal op elkaar dan krijg je een gladde cirkel (E0) of ellips (E3,E7).
Antwoord op wetenschappelijke vraagstukken
Het heelal-model van Wil van de Vorst kan antwoord geven op veel vraagstukken waar de wetenschap al lange tijd mee worstelt. Hieronder is er een aantal uitgelicht.
Elk sterrenstelsel bevat een zwart gat
Elk sterrenstelsel bevat een zwart gat of liever gezegd een EMSEO, het is hier immers uit geboren. Onderzoek zal moet uitwijzen hoe een EMSEO werkt. Er zijn waarschijnlijk ook EMSEO’s, van zeer zwaar tot nano, die geen sterrenstelsel bij zich hebben: zwarte gaten in het donker.
Het antimaterie-mysterie is opgelost
Het heelal-model geeft helder antwoord op het antimaterie-mysterie. Ook het raadsel van de vele gammaflitsen die opgemerkt worden uit het jonge heelal is opgelost: ze komen vrij bij de annihilatie in alle sterrenstelsels.
Donkere materie bestaat niet
Er bestaat een discrepantie tussen de Kepleriaanse rotatiesnelheden van sterren en de geobserveerde snelheden door het bestuderen van rotatiekrommen van sterrenstelsels. Dit zou duiden op het bestaan van donkere materie. Echter, omdat een sterrenstelsel draait als een disk met een elektromagnetische constructie is de hoge snelheid van de sterren in de buitenring eenvoudig te verklaren. Elektromagnetisme heerst hier over zwaartekracht. Donkere materie bestaat dus niet.
Relatie tot andere sterrenstelsels
Het feit dat sterrenstelsels als elektromagneten rondvliegen in het heelal, verklaart ook de manier waarop ze clusters vormen. Nu wordt ervan uitgegaan dat ze door zwaartekracht bij elkaar worden gehouden. Dat beeld moet worden herzien. De aanvulling van elektromagnetisme op alle clustertheorieën zal tot gevolg hebben dat ook hier geen donkere materie meer nodig is om de verklaring sluitend te krijgen.
De aarde bevindt zich in een reusachtige elektromagneet
De aarde bevindt zich in een reusachtige elektromagneet. Wat heeft dat voor impact op onze natuurwetenschappen? Dat moet per deelgebed worden onderzocht:
Biologie
Natuurkunde (en alle metingen)
Scheikunde
Sterrenkunde en hemelmechanica
Theorie van Alles
Elke ster en elke planeet in elk sterrenstelsel is in beweging gebracht door de spinnende EMSEO. Hemellichamen hebben zo hun snelheid gekregen en blijven in hun baan door elektromagnetisme. Omdat een sterrenstelsel een elektromagneet is, blijkt zwaartekracht een elektromagnetische kracht te zijn. Massa’s oefenen kracht op elkaar uit volgens een gravitatie die niet geheel toevallig lijkt op de coulombkracht.
De treffende gelijkenis tussen zwaartekracht en coulombkracht is als volgt: telkens is de kracht tussen 2 objecten gelijk aan een constante maal een grootheid van het object maal diezelfde grootheid van het andere object gedeeld door het kwadraat van de afstand tussen de objecten. Kortom: de Theorie van Alles kan uitgaan van zwaartekracht als elektromagnetisch fenomeen.
Wil van de Vorst over zijn ontdekking
‘Ik ben schrijver en geen wetenschapper. Door mijn onbevangen kijk op de situatie ben ik tot deze bijzondere ontdekking ben gekomen. Het kan zijn dat ik bepaalde onderdelen niet goed heb uitgewerkt, waarvoor excuses. Zie het model vooral als een inspiratie voor de wetenschap,’ aldus Wil van de Vorst. Instagram: https://www.instagram.com/vandevorstuniverse
Geen reacties