Bij het mountainbiken en gravelen valt of staat het met je techniek. Letterlijk. Als je je techniek namelijk op orde hebt, dan zit je zekerder op je fiets en voorkom je ongelukken. Daarnaast (en dat moet je maar niet aan de grote klok hangen) kun je met minder energie harder rijden. Naast het trainen op duurvermogen of intervallen, adviseer ik dan ook eigenlijk altijd om tijdens 1 van je wekelijkse trainingen een half uurtje aan je techniek te werken.
Dynamisch rijden
Mountainbikers die bij mij een clinic of mountainbike training hebben gedaan weten dat ik altijd hamer op “dynamisch rijden”. Met dynamisch rijden bedoel ik dat je niet (met alle respect) als een zak potgrond op je zadel moet blijven zitten. Jij bent zelf namelijk het zwaarste op/aan je fiets dus door je gewicht van het zadel te tillen kun je veel makkelijker je fiets laten doen wat je wil.
Hieronder beschrijf ik 3 technieken die je minimaal zou moeten beheersen en geef ik een aantal voorbeelden van oefeningen.
1. Bochten
Niet voor niets staat het rijden van bochten op nummer 1. Dit is met stip de belangrijkste techniek van mountainbiken en gravellen. Je zult zien dat je door het perfectioneren van je bochten je iedere rit leuker maakt, je met minder energie sneller gaat en je je fietsmaten het vuur aan de schenen kunt leggen.
Kijken, kijken en nog eens kijken
Bij het goed aansnijden van een bocht is het van belang dat je de bocht “in” kijkt. Je wilt namelijk weten hoever de bocht loopt en hoe scherp deze is. Wanneer je niet goed de bocht in kijkt (of wanneer je aandacht verslapt) zul je merken dat je vaak uit de buitenbocht rijdt of dat je moet remmen om dat te voorkomen.
Als je de bocht vervolgens hebt gezien kun je je focussen op de bocht die daar weer na komt. Dit voorkomt dat je alleen de eerste bocht van een serie goed aansnijdt.
Wanneer je in het donker fietst, dan zul je merken dat je met enkel een lamp op je stuur eigenlijk altijd te laat bent. Je kunt de bocht pas zien op het moment dat je gaat sturen. Oplossing hiervoor is het gebruiken van een lamp op je helm die dus verlicht waar jij kijkt.
Lichaamspositie
Er zijn grofweg twee soorten bochten. De ene bocht is gewoon een vlakke bocht op een kruising bijvoorbeeld. Hier kun je op redelijke snelheid doorheen rijden en kun je er op letten dat je je trappers stil houdt waarbij je de buitenste voet naar beneden houdt. Op deze buitenste voet zet je dan druk door wat druk van je zadel te halen (je hoeft niet helemaal te gaan staan).
Bij een bocht naar links is je rechter voet dus de buitenst en bij een bocht naar rechts je linkervoet. Bij deze techniek zorg je er voor dat je fiets zo haaks mogelijk op de ondergrond blijft staan.
Het andere type bocht is leuker en is bijvoorbeeld onderdeel van een singletrack in het bos. Idealiter bevat zo’n bocht een kom of opstaande rand aan de buitenkant waardoor je hier lekker in kunt hangen. Je positie is hierbij wel anders dan bij de vlakke bocht van hierboven. Deze bochten kun je namelijk op een grotere snelheid nemen waardoor je zogenaamde “flow” krijgt.
Om zo’n bocht goed te nemen adviseer ik om van te voren snelheid te maken en voor de bocht uit het zadel te komen. Je kunt bij het aansnijden van de bocht je pedalen vlak houden en je gewicht wat omhoog en naar achteren verplaatsen (je strekt je armen dus iets). Dit zorgt er voor dat je wat druk van je voorwiel haalt waardoor je makkelijker de bocht in stuurt. Door het verplaatsen van je eigen gewicht verklein je de bocht en voorkom je dat je het gevoel hebt uit de bocht te vliegen.
“Flow” is wel een beetje een ongrijpbaar begrip. Als je het te pakken hebt dan voelt dat heerlijk… maar als je het (nog) niet hebt weet je eigenlijk ook niet wat je mist.
Remmen
Het is vanzelfsprekend dat je voor de bocht een snelheid aanneemt waarmee je de bocht goed kunt nemen maar je zult merken dat wanneer je bochtentechniek beter wordt, je ook minder hoeft te remen. Scheelt een hoop verspilde energie.
De juiste lijn
Het is van belang dat je de juiste lijn kiest. Bij een vlakke bocht is de buiten-binnen-buitenlijn een aanrader. Deze techniek houdt in dat je de bocht ruim aansnijdt door aan de buitenkant van de bocht te beginnen, vervolgens naar de binnenkant van de bocht te sturen en aan het einde weer naar de buitenkant te gaan. Door deze lijn te volgen, kun je de bocht soepeler nemen en een betere grip behouden.
Bij kombochten kun je meestal de hele lijn van de bocht volgen en wil je juist niet de binnenkant pakken.
Oefenen
Het nemen van bochten vergt oefening en ervaring. Zoek verschillende soorten bochten op verschillende terreinen om je techniek te verbeteren en vertrouwen op te bouwen.
2. Afdalen
Alhoewel Nederland natuurlijk redelijk vlak is, zijn er toch wel een aantal mountainbikeroutes te vinden met serieuze afdalingen maar ook op korte hellinkjes en drops zijn de onderstaande technieken prima toe te passen.
Positie
Wanneer je naar beneden rijdt is het van belang dat je je positie ten opzichte van je fiets. Sta lichtjes op de pedalen met gebogen knieën en ellebogen, en laat je lichaam naar achteren leunen. Dit helpt je om de impact van obstakels op te vangen en geeft je meer controle over de fiets.
Gebruik je armen en benen als vering: Buig je armen en benen om schokken op te vangen. Dit helpt je om stabiel te blijven en je banden op de grond te houden bij het raken van kuilen, wortels of stenen.
Kijken
Kijk vooruit: Kijk verder voor je uit dan bij een normale singletrack en fixeer je niet op het obstakel direct voor je. Door vooruit te kijken, kun je beter anticiperen op wat er komt en de juiste lijn kiezen.
Remmen
Gebruik zowel je voor- als achterrem om snelheid te verminderen. De voorrem is vaak krachtiger doordat daar een grotere remschijf gemonteerd is en zal op vlakkere stukken dus vaak ook een groter aandeel leveren om af te remmen. Bij afdalen wil je niet over de kop gaan maar dat voorkom je ook doordat je je gewicht verder naar achteren hebt verplaatst. Je moet echter wel voorkomen dat je voorwiel gaat glijden dus probeer daar te doseren.
Je achterrem heeft naast de rem-functie nog een andere functie waardoor je meer controle kunt houden. Je kunt door je achterwiel te blokkeren deze een andere lijn laten volgen. Houd er echter wel rekening mee dat een slippend achterwiel nauwelijks snelheid verminderd.
Beperk de risico’s
Als je niet bekend bent op een parcours probeer dan om je snelheid te beperken. Op een lagere snelheid hou je meer controle en ben je in de gelegenheid de juiste lijn te vinden. Neem dus je tijd en probeer een afdaling meerdere keren te rijden om deze te leren kennen.
3. Fietsen door los zand of modder
Fietsen door los zand of juist een hele natte ondergrond kan soms best wel lastig zijn en voor veel mensen een goede reden om om te fietsen of af te stappen. Alleen al het idee dat je stil kan komen te staan of om kunt vallen is voor velen een reden om het uit de weg te gaan. Maar dat is helemaal nergens voor nodig want met een paar simpele aandachtspunten fiets je er fluitend doorheen.
Werk aan je balans
Het lastige aan een zandbak is dat je langzamer rijdt en daardoor omvalt. Dat gevoel is eigenlijk al best eenvoudig te voorkomen, ook als je geen zandbak in de buurt hebt. Je kunt dit bijvoorbeeld oefenen in je eigen tuin door te proberen stil te blijven staan of zo langzaam mogelijk te fietsen of om bijvoorbeeld een klein vierkant uit te zetten waarbinnen je rondjes probeert te rijden.
Je zult merken dat je hiermee je balans en evenwicht verbetert en je eigenlijk één wordt met je fiets. Hier heb je baat bij in het losse zand maar zeker ook bij steilere klimmen of op andere momenten waarbij de snelheid wat lager is.
Kijk vooruit
Ook bij het fietsen door een zandbak is het goed om vooruit te kijken. De kans is groot dat wanneer je kijkt naar de plek waar je de zandbak weer uit kunt rijden, in plaats van de 2 meter voor je fiets, dat je er zo doorheen fietst.
Ontspan!
Om door een zandbak te fietsen is het verder nog van belang om ontspannen op je fiets te zitten. Laat je fiets zelf het spoor zoeken. Dit doe je ook nu weer door dynamisch op je fiets te zitten, je gewicht wat van het zadel en iets naar achteren verplaatsen. Daarnaast moet je je stuur “losjes” vasthouden. Als je heel krampachtig gaat (tegen)sturen, dan zul je merken dat je voorwiel zich ingraaft en je dus stil komt te staan.
Wil jij beter worden op de mountainbike?
Ik hoop dat je met bovenstaande punten aan de slag gaat en een betere mountainbiker wordt. En je met nog meer plezier je sport kunt beoefenen.
Mocht je nou behoefte hebben aan een stukje begeleiding of wil je jezelf verbeteren tijdens een 1-op-1 clinic of mountainbike training, check dan zeker even onze Full Pack MTB Training waarbij onder andere de bovenstaande technieken uitvoerig worden behandeld.
Over de auteur
Martijn Verhaeg is initiatiefnemer van www.mtbmasters.nl en inmiddels ruim 30 jaar actief op de mountainbike. Na een wedstrijdperiode onder licentie bij de junioren, nu voornamelijk actief in het rijden van mtb marathons. Zowel in 2018, 2019 en 2023 tijdens Lakebike24 de titel “Nederlands Kampioen 24 uur MTB Solo” gewonnen en in 2022 de winst gepakt tijdens de laatste editie van de T24MTB 24-uurs wedstrijd in België.
Naast het zelf fietsen, geeft hij alweer ruim 12 jaar training aan de jeugdleden (16-20 jaar) van de Berlicumse mountainbike vereniging The Whoopers en begeleidt hij als mountainbike trainer mountainbikers en gravelaars één-op-één bij het behalen van hun doelen..
Het bericht Mountainbike techniek leren verscheen eerst op Welke geraniums?.
Geen reacties